De blauwe kamer van Peet

Ergens in de tachtiger jaren kocht Peet een benedenwoning aan de Noorderhavenkade in Blijdorp. Enige tijd, wellicht enkele maanden, mogelijk zelfs een jaar, later kwamen Leo en ik iedere dinsdagmiddag op bezoek om onze Berkelse vriend te helpen met het opknappen van zijn huis. De toekomstige webmeester was in die tijd een rare snuiter, eigenlijk zou je zonder bovenmatige inspanningen een boekje over hem kunnen schrijven. Hij was teruggekeerd uit Portugal waar hij tevergeefs had getracht een tomatenimperium op te bouwen en ook als gokker had hij weinig bereikt. In Faro ging hij iedere ochtend als ware een kantoorbaan naar het plaatselijke casino, maar de revenuen van zijn bezoeken waren bescheiden. Gelukkig kon Peet in Nederland direct weer aan de slag, hij had een eigen zaak, die soms bestond en soms juist weer niet. Af en toe trok hij een bescheiden geprijsd Bristol pak aan, stapte in zijn flink gedeukte derde hands Opel en reed naar een klant in de Achterhoek of Twente. Wat hij precies uitspookte is me nooit duidelijk geworden, maar Peet was nooit platzak en opvallender nog dan dat was dat hij altijd voldoende bier in huis had.

Zoals gezegd had Peet zo zijn eigenaardigheden. Hij had alle niet-dragende muren in zijn pand gesloopt, zodat er één ruimte (afgezien van de douche en toilet en een minimale keuken) overbleef. Naar eigen zeggen was hij een kamerbewoner. Alles in zijn schaars gemeubileerde woonunit was blauw, het Carpetland tapijt was kobaltblauwgekleurd, de muren en het plafond waren voorzien van een laagje lichtblauwe latex, de stopcontacten en de plinten donkerblauw gelakt. Zelfs het bedovertrek, Peet's colloze sweater en gebleekte spijkerbroek leefden in harmonie met het interieur. Of hij blauwe theekoppen en borden had kan ik me niet herinneren, maar het is allerminst uitgesloten.

Onze renovatiemiddagen verliepen volgens een vast patroon. Rond een uur of een begonnen we met een kop koffie en daarna schuurden we in een rustig tempo een paar plinten of lakten een drempel. Af en toe zette een van ons een cd’tje vol lawaai (Hoodoo Gurus, Kecks, Rem, Camper van Beethoven) op of haalde bier uit het krat dat in de halve kelder onder de woning stond. Na enkele uren trakteerde Peet zijn noeste werknemers op boterhammen met kaas in een Mr. Edit keukenrolservetje. Na de lunch namen meestal de werkdiscipline en drankgebruik omgekeerd evenredig respectievelijk af en toe. Na het nummer ‘I am an adult now’ werd er hooguit nog een schaakpartij of een potje tafeltennis gespeeld. Het zal niemand verbazen dat de ‘renovation permanente’ weinig opschoot. Merkwaardig is wel dat ik in al die jaren de gastheer nooit de vraag heb voorgelegd waarom alles in zijn onderkomen blauw diende te zijn.

Enkele weken geleden heb ik Low van David Bowie op mijn mp3 speler gezet. In 1977 kwam de plaat uit, kant 1 bevatte 7 korte songs waarin de drums voor die tijd heel prominent aanwezig waren en kant 2, zeg maar het Brian Eno gedeelte, 4 langere instrumentale composities. Ik luisterde toentertijd voornamelijk naar de eerste kant met de duistere, hypnotiserende hitsingle ‘Sound and Vision’; pas halverwege het nummer vangen de vocalen aan:

Don’t you wonder sometimes
‘bout sound and vision

Blue, blue, electric blue
That’s the colour of my room
Where I will live
Blue, blue