Rockanje

Het is heel lang geleden dat ik voor het laatst in de Noordzee gezwommen heb. Dat komt omdat ik de laatste jaren alleen des winters naar Nederland kwam. Tijdens die bezoeken heb ik een paar keer op tweede Kerstdag het goed verwarmde zwembad van Joure aangedaan. Een nieuwjaarsduik heb ik nooit overwogen.

Afgelopen zomer werd mijn plan om het zoute water in te duiken doorkruist door mijn oogblessure. Tijdens een voetbalwedstrijd in de ‘Viritsa open’ kreeg ik op onfortuinlijke wijze een bal op mijn oog. Bovendien was het vorig jaar juli geen strandweer, het motregende bijna de gehele tijd. Deze zomer had ik meer geluk, tijdens de hittegolf in juli verbleef in ik Rotterdam. Op een goed moment was het maar liefst 33 graden in de stad. Ik belde Bjorn, een oud Calander uit Bleiswijk, op om ergens te gaan zwemmen.

Als scholier in Berkel ging ik met mijn vriendjes, Kees, Ernst-Jan, Sander en Gerard in de hete zomer van 1976 vrijwel iedere dag naar de Bleiswijkse Kooi. De Kooi had een paar buitenbaden, waarvan eentje met waterpolo goals, een groot grasveld waar je kon zonnen en voetballen. Voorts was er een snackloket, waar we regelmatig een frikadel speciaal (met ketchup of curry, ik nam altijd met curry want dat klonk interessanter) of een patatje met bestelden. In die tijd droeg iedereen die een beetje mode bewust was lang haar, een gebleekte jeans en zwarte muitjes. We vonden van onszelf dat we geen kinderen meer waren nu de brugklas van het Caland achter de rug was. Een jaar eerder had ik de Stones ontdekt in een platenzaak in Delft, het zojuist verschenen album ‘Black and Blue’ was echter een bittere teleurstelling voor me, enkel het wat kitscherige ‘Fool to cry’ kon me toen enigszins bekoren. In Toppop kwam het nummer niet verder dan de derde plaats. De prachtige zomer duurde maar voort en elke dag bleven we tot sluitingstijd in het zwembad.

Anno 2013 is het niet zo gemakkelijk om een buiten bad met speelweide te vinden. De Bleiswijkse Kooi is inmiddels een elitair wellness oord geworden. De Rottemeren zijn te ondiep en de bodem is er te slijmerig, de Kralingse plas is waarschijnlijk te druk. Gelukkig is er internet, binnen enkele minuten kan je alles opzoeken. Helaas valt de zoekactie tegen: gesloten wegens verbouwing, diploma zwemmen, doelgroep activiteiten, aqua jogging enzovoorts.

In Pernis bleek er dan toch een ouderwets buitenbad te bestaan. Bjorn merkte op dat we net zo goed door kon rijden naar zee. Onze keuze viel op Rockanje. Zonder gehinderd te worden door een file reden we naar de populaire badplaats op het eiland Voorne Putten. 3 Euro kostte een parkeerplek vlakbij het strand. Na twaalf jaar proefde ik eindelijk het tamelijk zoute zeewater. Ik liet me meedrijven en zag welgeteld één roze kwal. Het IJsselmeer was een belevenis, maar de zee is nog imposanter. Een paar uur brachten we onder de veel te hete zon, afwisselend op onze veel te kleine handdoeken en in het verkoelende water, door.

Een week eerder was ik al met Hans, een voormalige collega van verkeer en vervoer, naar Ter Heide en Kijkduin geweest om een strandwandeling te maken. Voorzichtig had ik het Noordzeewater gepolst, maar het was nog veel te koud. Hans werkt inmiddels bij gemeente Den Haag. We besloten er een werkbezoek voor hem en een sentimental journey voor mij van te maken. We deden mijn geboortestraat (de flat is helaas afgebroken) de Middenstede en de Suezkade, waar mijn oma na haar vertrek uit Indië woonde, aan. In de voorkamer met een erkertje van haar huis hebben mijn vader en moeder een tijdje samengewoond, hokken heette dat eind jaren vijftig. Vier huizen aan de kade bezaten een erker, maar ik kon me niet voor de geest halen in welk pand mijn grootmoeder heeft gewoond.