De late ontdekking van de ‘Clams’

In 1988 gingen Peet en ik op reis, het maakte niet uit waar naar toe, want we hadden een interrail pas. Na wat rondgedoold te hebben in Frankrijk en Noord Spanje sprak mijn reisgezel de wens uit Ierland te bezoeken, omdat daar het meest westerse stukje land van Europa ligt. De enige manier om gratis naar Eire te reizen was via Le Havre. Op een warme zomermiddag arriveerden we in de Franse havenstad. We troffen een vrijwel uitgestorven wachtruimte aan, er waren welgeteld nog twee globetrotters. Met éénn van hen raakten we in gesprek: Iyan Reed, een Amerikaanse hippie, van uiterlijk althans, want hij bleek zeer goed op de hoogte zijn van de new wave. Hij vertelde allerlei interessante dingen, bijvoorbeeld dat ‘Soldier of Orange’ van Paul Verhoeven een alternatieve film was die in filmhuizen van California te zien was, en dat ‘crapper’ een ander woord voor toilet was. Het klikte direct en we trokken bijna een week lang met zijn drieën op. Het verbaasde hem dat Peet en ik ruzieden als een getrouwd koppel, maar altijd bij elkaar bleven. Amerikanen zouden allang hun eigen weg zijn gegaan. ‘It’s a dirty job, but someone’s got to do it’ (We care a lot - Faith no more) was ons vakantiecredo.

Peet heeft al die jaren contact met Iyan gehouden en heeft een paar keer de grote oversteek gemaakt. En Iyan is bij mijn weten tenminste tweemaal in Pamiers geweest. Ik heb onze vriend uit Fresno één keer gezien, toen hij compleet onverwachts, in gezelschap van Peet en Leo, in de Kapelstraat in Rotterdam langskwam.

Iyan is een muzikant, hij speelt in The Shroud en Alexandria Burning, bands die aan de westkust bekendheid genieten. Gisteren stuurde webmeester Peet me een link naar ‘The Clams’, éénn van de eerste groepen waarin Iyan basgitaar speelde. In 1982 maakte het vijftal de EP ‘Big Bugs’, een ware new wave klassieker. Vermaard waren ze in Fresno en omgeving, maar eigenlijk hadden ze wereldberoemd moeten worden.

The Clams - Big Bugs