Leraar

Mijn derde jaar als docent Engels op een Russische lagere/middelbare school zit er bijna op. Aanvankelijk viel ik in voor een plots vertrokken lerares. Vorig jaar heb ik mijn onderwijsakte gehaald en dit schooljaar heb ik punten verzameld om in klasse 1 terecht te komen, zodat dat je een hoger salaris voor hetzelfde werk krijgt. Kortom geen jaar lijkt op het voorafgaande. Op kantoor was dat wel anders, ik zou bijzonder diep moeten nadenken welk project wanneer plaatsvond.

De afgelopen weken heb ik aan veel zaken getwijfeld, bijvoorbeeld als ik aan de zesdeklassers weer eens het verschil tussen de Present Simple en de Present Continuous had uitgelegd (in het Russisch is er een tegenwoordige tijd). Na enige tijd sloeg de verveling in de klas toe, eenieder leek het te begrijpen. De volgende dag echter bleek nog maar een enkeling zich iets van mijn bevlogen uiteenzetting te kunnen herinneren. Ik vroeg me dan stilletjes af of ik het vak wel verstond. Mijn terugkerende onzekerheid, ik ben er, gelijk mijn pijnlijke knie tijdens het trappenlopen, zo aan gewend geraakt dat het iets lulligs heeft gekregen.

Op school heb ik geleerd met de leerlingen van de tweede tot en met de zesde klas te onderrichten. Iedere groep vereist een andere aanpak heb ik ondervonden, soms zie je het meteen, een andere keer duurt het een paar maanden. Wat ik echter werkelijk niet kan is de kinderen van de eerste klas iets bijbrengen. In het eerste schooljaar is Engels niet verplicht, een keer per week is er een les waarvoor de ouders moeten betalen. Meestal is er niet zoveel animo voor maar, tot mijn schrik kreeg ik een groep van maar liefst 16 kinderen toegewezen. Veel te veel. Bovendien waren ze na vier lesuren moe en hongerig en wilden niets liever dan naar huis. Meestal leerden ze 5 nieuwe woorden in de les, luisterden ze een paar tracks van de cd die bij het lesmateriaal hoorde en daarna liet ik ze tekenen. Het verschil tussen nieuwelingen en tweede klassers is aanzienlijk, de laatsten kunnen zich de volle 45 minuten concentreren.

Aan het fulltime lesgeven heb ik moeten wennen. Voorheen kwamen er studenten bij mij thuis of gaf ik een paar avonden per week cursus aan volwassenen. Doceren was een leuke afwisseling, nu ben ik er iedere dag mee bezig. Soms moet ik aan Bots denken: ‘de klas lijkt vrolijk en de lesboer is duf, hij draait nu al vijf uur achter elkaar dezelfde stuf.’ De eerste drie langspeelplaten van deze eigenzinnige, onvolprezen groep uit Eindhoven had ik vroeger in mijn bezit.* Als ik vermoeid raak laat ik kinderen om beurten antwoorden op het bord schrijven of doe wat uitspraakoefeningen zodat ik kan blijven zitten. Het ouderwetse groene bord blijkt een magische uitwerking te hebben, er zijn immer voldoende vrijwilligers om het vol te schrijven of het schoon te wissen. In de pauze komen de leerlingen vaak in mijn lokaal zitten, ik heb ze gezegd dat dat best is maar zonder tablet of mobieltje, nu tekenen ze vaak op het bord of spelen galgje of lezen ze wat.

Laatst zei iemand tegen me dat mensen die met kinderen omgaan tijdens hun werk er jonger uitzien dan hun leefdtijdgenoten die bijvoorbeeld hun dagen op een duf kantoor slijten. Het klonk me overtuigend in de oren, je geeft energie en krijgt het weer terug enzovoorts, totdat ik de volgende ochtend in de spiegel keek.

*Het nummer ’Prestatie, prestatie’ staat op de LP ‘Wie zwijgt stemt toe’.