De open les

Af en toe moet ik een open les geven. Voor iemand die aan verlegenheid ‘lijdt’ is dat een hele opgave. Meermaals heb ik me afgevraagd waarom ik onderwijzer ben geworden. Gewoon omdat de gelegenheid zich voordeed. Evenwel, kinderen iets bijbrengen lijkt me goed af te gaan en dat ik onzeker ben (en waarschijnlijk altijd wel zal blijven) weet ik meestal redelijk te verbergen.

Anderhalve week geleden moest ik proefles geven, een soort generale repetitie voorafgaande aan een seminar. Hoewel er vaak genoeg collega’s een les van me bijgewoond hebben, benauwde de aanwezigheid van de andere docenten me. Ik voelde de kritische blikken van de conrector en de logopedist in mijn rug priemen. Plots voel ik me een charlatan, een gemankeerde opvoeder of liever gezegd een verdwaalde, die per abuis voor het bord stond. Hoewel ik mijn les over het leven in een kasteel in de middeleeuwen tot in de puntjes had voorbereid, raakte ik vrijwel direct de draad kwijt. Praatte te veel en te hard en dacht maar een ding: wanneer zijn deze kwellende 45 minuten voorbij? De video over het kasteelleven was te moeilijk en sloeg niet aan bij de kinderen van klas 4b. Het was rommelig, kortom alles wat er mis kon gaan ging ook daadwerkelijk mis.

Tijdens de evaluatie luisterde ik nauwelijks, ik ging geheel op in het herkauwen van mijn jammerlijke afgang. In het daaropvolgende weekend is Natasha uren bezig geweest om me weer een beetje moed in te spreken. Daarna konden we eindelijk aan de slag. De enige kritiek die in de nabespreking tot me door was gedrongen, is dat het doel van een open les is dat de kinderen tonen wat ze kunnen. Of wel zelf zo min mogelijk zeggen, dat klonk als muziek in mijn oren, want ik luister liever dan dat ik zelf aan het woord ben. Het lesplan kon gemakkelijk aangepast worden, de video werd geschrapt, in plaats daarvan kwam een speelgoed kasteel met ridders dat we 14 jaar geleden voor Kolja hadden gekocht. Voorts kwam Natasha met allerlei leuke communicatieve oefeningen (leerlingen moesten een tekst navertellen, een groepsdiscussie over wanneer je liever zou willen leven, in de middeleeuwen of nu, een interview met een ridder enz.).

Zowel de tweede training als de open les verliepen prima. De kinderen deden het geweldig en zonder moeite maakten we de tijd vol en er werd - dat maakte de meeste indruk op de congresgangers - door de 10- en 11-jarige scholieren alleen maar Engels tijdens de les gesproken. Grisha plaatste de mooiste opmerking tijdens de discussie, zijn voorkeur ging uit naar de Middeleeuwen, omdat je toen met de koning kon praten. Na afloop voelde ik me opgelucht, er was een zware last van mijn schouders gevallen, ineens bemerkte ik dat mijn overhemd kletsnat was.