Beste Peet. deel 6

Beste Peet,

Toch nog een briefje over mijn vader. Ik was het eigenlijk niet van plan, maar een paar dagen geleden keek ik naar enkele foto’s in mijn mobieltje. Het was een beetje een rommeltje, diverse opnames waren geheel zwart, ongetwijfeld betrof het mijn pogingen om de prachtige sterrenhemel in Viritsa vast te leggen. Voorts waren er diverse, niet altijd even gegeslaagde vakantiekiekjes vanuit het zolderraam in Koudum, het desolate station Molkwerum Koudum, de talloze plaatjes van Zenit-Psv en nog wat andere onbeduidende zaken. Onvoorbereid kwam ik even later bij de foto van mijn opgebaarde vader uit. In Nijwegen genomen, indertijd worstelend met de vraag of ik dit beeld moest vastleggen en nu overviel die twijfel me weer, moet je de dode niet gewoon met rust laten? Overigens is het niet een plaatje dat afschuw opwekt of waar je van schrikt, het lijkt net of pa slaapt, hij schijnt zwaarder en imposanter dan in werkelijkheid. Enfin, dit beeld bracht me weer even terug naar 7 oktober.

Het verbaast me nog steeds dat het leven gewoon doorgaat. Ik nam afscheid van mijn vader en dat was het dan. Wellicht moet het ook zo zijn, zo zullen mijn kinderen straks mij laten gaan en de draad weer oppakken. Nu ik er over nadenk, moet ik beamen dat ik het graag zo zou hebben, laat ze doorgaan met hun leven als mijn tijd is gekomen.

Eergisteren begon ik aan deze brief op mijn laptop, inmiddels verblijf ik, computerloos, in Viritsa en schrijf nu verder op een gekreukeld vel papier, al zal jij daar niets van merken. Het is overigens wel fijner om eerlijk handwerk te doen. Maar goed, laat ik terugkeren naar de foto’s op mijn mobiele telefoon. Tussen de plaatjes vond ik tevens de laatste foto die ik van pa heb genomen. Afgelopen zomer, hij staat op de drempel van de voordeur en oogt een beetje breekbaar. ‘Take care’, zei hij nog, voordat ik wegging. Hij gebruikte wel meerdere mooie uitdrukkingen zoals het retorische: ‘wie is hier de baas?’

Ik had een dag of drie bij Henneke en hem gelogeerd en stond op het punt om te vetrekken naar Zutphen. Het waren drie prettige dagen geweest. Hoewel hij nauwelijks nog uit huis kwam, hebben we een keertje tong gegeten in een restaurantje in een Fries dorpje. Het lichaam wilde niet meer, maar mijn vader was geestelijk prima in orde, getuige het feit dat zich nog immer aan padvinders en andere amateurs kon ergeren. Ik besef nu pas dat er achter het achteloze geschoten afscheidskiekje een heel levensverhaal schuilgaat, beginnend in Buitenzorg in Nederlands-Indie, lopend via Den Haag, Berkel en Capelle aan den IJssel, dat uiteindelijk tot stilstand kwam in Koudum.

Vanochtend heeft het gesneeuwd. Ik zit in Vera’s kamer, achter de schrijftafel en kijk naar de tuin waarover een dun laagje ijs ligt. Wellicht is dit de voorbode van een echte winter.

Groeten,

Rein

vader