Vakantiegevoel, week 2, deel 3
Vandaag, donderdag 27 augustus, heb ik de eerste vergadering die vanaf 11 tot 13 uur duurde, bijzonder goed benut,
in plaats van me te vervelen heb ik het laatste deel van het vakantieverslag geschreven. Ik keer terug naar zondag 12 juli.
Amsterdam
Geestelijk ben ik al een beetje op de terugweg. Ik heb voor iedereen cadeaus gekocht en gisteren heb ik zelfs een
Senseo koffiezetapparaat aangeschaft, een beetje onzinnig, want nu moet ik ook koffiepads aanschaffen. Bjorn en ik hebben
het uitgeprobeerd, de koffie smaakte prima. Aan het begin van de middag komt Kees uit Amsterdam om me op te pikken,
hij wil zijn dochter Roos van Schiphol ophalen en het leek hem wel leuk om een omweg te maken, zodat we lekker veel tijd
om te lullen hebben. Kees woonde vroeger in de Wilhelminastraat op nummer 100, hij is op 1 januari geboren, kortom hij
is een afgerond persoon. De laatste jaren zochten we, wanneer ik in Nederland was, zijn nog altijd in Berkel woonachtige
vader op, om te kletsen over vroeger en een boterham met kaas te eten. Kees senior is vorig jaar augustus overleden,
een maand voor zijn dood heb ik hem in zijn verzorgingsflat in Kralingen, waar hij de laatste periode van zijn leven
doorbracht, nog gesproken.
Kees, Williette en zoon Max, Roos heeft een kamer in Delft, wonen niet ver van het Vondelpark. Kees en ik gaan ’s avonds
een eindje lopen in de motregen. Al gauw bereiken we zijn eerste (huur)huis en vervolgens zien we het restaurant, waarvan
hij zeven jaar mede-eigenaar is geweest. Mijn dorpsgenoot is carriereplanner, zijn loopbaan kent enkele opmerkelijke
wendingen. Na zijn rechtenstudie vond hij een begerenswaardige baan bij de Woonbond, na enkele maanden zag hij in dat
deze betrekking het niet helemaal was en werd van de ene op de andere dag barkeeper in een kroeg in het centrum van de
hoofdstad. Na enkele jaren begon hij met twee partners een restaurant in de Binnenstad, na afloop daarvan heeft hij nog
een tijdje bij Center Parcs gewerkt en daarna is hij leraar Economie en Koken op een VMBO geworden. Tijdens onze wandeling
doen we de bruine kroeg aan waar het allemaal begonnen is. De baas van het cafe is blij om zijn oud werknemer te zien,
hij is jarig en het is dan traditie dat een ieder die zich daartoe geroepen voelt mag tappen. Als bewijs ligt er een
flinke plas bier in het midden van de zaak.
Thuisgekomen maken we tot diep in de nacht opstellingen van Feyenoord, de ploeg die Ajax in de bekerfinale van 1980
oprolde en de formatie waarvan we denken dat de Rotterdamse ploeg in het komende seizoen gaat spelen, niet wetende dat
er naast Kuyt nog een heleboel andere spelers deze zomer naar de Kuip zullen trekken. Pas de volgende ochtend vraag ik
me af of we wel helemaal in orde zijn.
Kunst en Cultuur
Maansdagochtend loop ik naar het Van Goghmuseum, de wachtrij schrikt me af en ik verleg mijn aandacht naar het Rijksmuseum,
waar het niet zo waanzinnig druk is. Ik koop een toegangsbewijs en voel me nu, gelijk het de Amerikaanse gezin in de trein
van Schiphol naar Lelystad, een echte toerist. Ik schiet een paar plaatjes met de smartphone die ik vorige zomer van
Natasha heb gekregen. Tot mijn verbazing mag je gewoon foto’s nemen van de oude meesters in het fraaiste museum van
Nederland.
’s Avonds gaan we, ter gelegenheid van Max zijn verjaardag, uit eten in een Spaans restaurantje. Het is gebruikelijk om
iets op de muur te schrijven. Kees en ik komen gniffelend tot: ‘Zenit groet Feyenoord’. We zijn zeer ingenomen met onze
vondst.
Dinsdagochtend rijden Kees en Williette richting Italie. Ik blijf nog een dagje, mijn vliegtuig vertrekt pas een dag later.
’s Middag ga ik bij Max langs, die in een muziekwinkel werkt. Het is of ik een wereld van 25 jaar geleden in stap, ik
vergaap me aan de gitaren, effectpedalen en versterkers. Ik kan me goed voorstellen hoe hij zich voelt, hij doet waar hij
zin in heeft en wellicht ligt de roem in het verschiet, maar dat is niet van belang, dat is allemaal van later zorg.
Het gevoel dat je absoluut in het nu leeft, zonder een verleden dat je tegenhoudt of een toekomst waar je angst voor
hebt of waar je in ieder geval niet overdreven veel van verwacht.
Ik loop door het Vondelpark naar het centrum van de hoofdstad. Nog een keer loop ik over het Museumplein,
het Rembrandtsplein, langs de grachten, bekijk de winkels in de Kalverstraat en kijk naar de buitenlandse bezoekers.
Mooier dan dit kan het bijna niet worden, soms overvalt me de gedachte dat je pas echt van je geboorteland gaat houden
als je er ver vandaan bent, het is goed dat ik morgen naar huis ga.