De gelukmeter

De wetenschapper liep cirkeltjes in zijn laboratorium. De vloer was goed gepoetst, de reageerbuisjes stonden netjes geordend op de boekenplank naast zijn belangrijkste publicaties. Toch klopte er iets niet. Een vaag gevoel knaagde in zijn binnenste, alsof zijn hongerlijdende geweten zich fysiek uitte. Hij sloot zijn ogen en dacht diep na. Nu hij een gevierd man was, kon hij zich eindelijk te buiten gaan in het vervullen van zijn ware missie. De wereld zou versteld staan van zijn uitvinding: de gelukmeter, een ingenieus computerprogramma waarmee je, aan de hand van een stuk of wat objectieve variabelen, kon bepalen hoe gelukkig je was. Hij begon enthousiast te tekenen en te rekenen.

Het was inmiddels halfzes geworden toen de telefoon ging. Het was zijn vrouw. Natuurlijk, het domme schaap bezat de gave om immer op het verkeerde moment te bellen. Haar scherpe stem voelde als een koude douche in zijn oorschelp. Verstoord gaf hij antwoord op de stompzinnige vragen en luisterde nauwelijks naar haar gezeur over de ouderavond van hun dochter, die hij uiteraard glad vergeten was. Toen ze ophing, merkte hij tot zijn opluchting dat het haar dit keer niet gelukt was om zijn heilige inspiratie te breken. Vol opwinding ging hij weer aan het werk.

Toen hij 's avonds laat thuis kwam waren zijn vrouw en dochter al naar bed gegaan. Hij warmde wat eten op en vond een briefje op de eetbar. 'Zo gaat het niet langer'. Arm kind, als ze toch iets om handen had, dan zou ze niet zo nodeloos in de relatie peuren.

Wekenlang werkte hij vol overgave aan zijn uitvinding. Hij sloeg bijna alle vergaderingen over en liet het management van het kleine onderzoeksinstituut over aan zijn assistent, die met de dag vrolijker scheen te worden. Ook het overige personeel leek niet onder deze tijdelijke verandering te lijden.

Op een dag was het programma af. De wetenschapper besloot zichzelf als proefkonijn te gebruiken. Hij vulde de vragen in en haalde een 9,5, welhaast het hoogst haalbare rapportcijfer. Logisch natuurlijk, want hij had een zeer hoog IQ, een goede opleiding en ontwikkeling, een uitdagende en afwisselende baan met een navenante beloning, een mooi huis, een gelukkig huwelijk en hij verveelde zich nimmer. Het enige minpuntje was dat hij wat tijd te kort kwam voor zijn vele interessante en avontuurlijke hobby’s.

Hij kopieerde het programma om thuis op zijn vrouw uit te proberen. Het zou haar helpen in te zien dat zij moest ophouden met klagen en zich moest gaan ontplooien. Hij zag het al voor zich; hoe ze met tranen in haar ogen hem zou bedanken voor deze geniale vondst. Hij zou slechts bescheiden mompelen dat hij het allemaal voor haar had gedaan.

Hij besloot voor de verandering om halfzes naar huis te gaan, zodat hij op tijd voor het avondeten zou zijn. Onderweg overwoog hij even om een boeket rozen te kopen. Niet nodig alles viel in het niet bij zijn cadeau.

Toen hij de voordeur opende, merkte dat hij direct dat er iets niet pluis was. Er was geen eten gekookt. Hij liep de trap op en ging de slaapkamer binnen, het bed was netjes opgemaakt, de kastdeur stond op een kier. Hij zag dat zijn vrouw haar kleren had weggenomen. In opperste verbazing rende hij naar beneden, op de keukentafel vond hij een briefje. 'Egoïst', stond erop, meer niet.