De ontdekking deel 2

Het optreden was achter de rug. Ronnie was niet geheel tevreden over het verloop van het concert,  door het bier was hij oververhit geraakt. Aanvankelijk smolten zijn uithalen samen met de effecten van de bandecho, maar naderhand was hij de controle over zijn stem kwijtgeraakt en hoorde hij zijn hysterisch blaffen van alle kanten op zich afkomen. Hij sloeg Jerome, Mike en Lennert gade die zeer tevreden met zichzelf de resterende biertjes weggoten. Goezie was reeds begonnen met de versterker naar het busje te sjouwen. Ronnie pakte zijn gitaarkoffer en Malboro versterker en liep achter Goezie aan.
'Over een paar jaar heb je hier geen zin meer in', zei Goezie. Ronnie werd onaangenaam getroffen door de botte waarheid die in dat ene zinnetje stak.

Even later kwamen ook Lajek, Lennert en Jerome, elk met een trommel, naar buiten.
'Vooral die improvisatie op het einde met die brommende Korg was goed, het leek wel of we opstegen',
hoorde hij Jerome zeggen. De flink aangeschoten Lajek boorde zijn favoriete onderwerp aan:
'de muziek is wel ok, maar jullie hebben geen act, heus er is niets om naar te kijken.'

Ronnie ging in de bus en werd steeds droever, zowel Lajek als Goezie hadden gelijk, hij had het gevoel of zijn droom als een zeepbel uit elkaar knalde. Maandenlang had Ronnie in een droom geleefd, elke dag zette de band een stap vooruit. De demo was laatst zelfs op Hilversum drie gedraaid. Als we geen muziek maken om bekend te worden, waarom oefenen we dan, schrijven we songs, sjouwen we ons een breuk aan die versterkers? Voor anderhalf uur optreden was je een hele dag kwijt en na aftrek van de bus en de taxi voor Goezi blijft er misschien net honderd ballen over. In een avond tijd was hij een ouwe lul zonder geloof geworden. Hij benijdde Mike, Lennert en Jerome, zij hadden geen hoge verwachtingen maar hadden wel lol samen.

Peer legde een arm op Ronnies schouder en zei:
'Ik weet hoe je je voelt, ik ben al jaren op zoek naar de zin van het leven en naar de ideale vrouw die mij uit al deze ellende zal redden'. Ronnie was even sprakeloos en fluisterde toen bijna liefkozend,
'je bent een kloothommel'.
'Jij ook' antwoordde Peer, 'wij zijn gewoon twee hele lieve klootzakken'.