Het bed

Ik heb Kolja het volgende verhaal met moraal verteld:

Ik was een jaar of acht en hield ik ervan om op het bed van mijn ouders te springen. Het waren eigenlijk twee aan elkaar geschoven eenpersoonsbedden. De spiraalveren leverde een trampoline-effect. Jarenlang speelde ik voetbalwedstrijden met een denkbeeldige bal en vocht kopduels uit met potige verdedigers. Op een goede dag ging het echter mis, ik sprong hoog op, gaf een tikje tegen het plafond en toen ik neerkwam hoorde ik dat er iets brak. Het linkerbed, uitgerekend van mijn vader, stond scheef op drie pootjes. Geschrokken nam ik de schade op, er was een ijzeren pootje afgebroken. Ik was er gloeiend bij.

Hoe ik er op gekomen ben weet ik niet meer, maar het vooruitzicht van een woede-uitbarsting en een pak slaag maakte mij bijzonder creatief. Ik vouwde een bierviltje dubbel, stak het tussen het afgebroken pootje en de ophanging. Het pootje bleef wonder boven wonder zitten. Voorzichtig nam ik plaats op de matras, het bed hield.

Nadat mijn ouders thuis gekomen waren, was ik bijzonder behulpzaam en meegaand, hetgeen mijn vader op het idee bracht dat ik wel eens iets gemold kon hebben. Toen hij na een rondje door het huis niets kon vinden gaf hij de moed op. 's Nachts kon ik niet in slaap geraken, omdat ik verwachtte dat het pootje elk moment onder het bed weg zou schuiven. De volgende morgen was mijn vader echter in een uitstekend humeur en ik vergat het euvel verder. Twee weken nadien zakte hij 's avonds toch door het bed en repareerde het. Vreemd genoeg bemerkte hij het belastende materiaal, het dubbelgevouwen bierviltje, niet.

Opgelucht dat ik de dans ontsprongen was begon uitgerekend mijn geweten te knagen en na een lange tweestrijd biechtte ik het verhaal op aan mijn moeder. Ik was er trouwens vrij zeker van dat zij het bij een standje zou laten en het niet aan mijn vader door zou vertellen.

Kolja vindt het een prachtig verhaal, vooral dat zijn opa door het bed zakte. De moraal gaat, ondanks de pogingen van mij en zijn grootmoeder, de mist in. Met moeite gaat hij ermee akkoord dat je immer de waarheid moet vertellen, hij blijft het vooral een grappig voorval vinden.

Een week later zakken Natasha en ik door ons bed. De schuldige is niet moeilijk aan te wijzen: op zijn beurt springt Kolja maar al te graag op het bed van zijn ouders. Als ik hem de volgende ochtend met de desastreuze consequenties van zijn vreugdesprongen confronteer, reageert hij breed lachend: 'net als opa!'