Onze vriend Anton gaat trouwen. Hij was op vakantie in Rusland met de bedoeling om ons een beetje te helpen met opknappen van het zomerhuis. In die veertien dagen dat hij er was, heeft hij ook nog kans gezien om verliefd te worden op Jekaterina, een jeugdvriendinnetje van Natasha. In plaats van langdurig afwegen heeft hij haar na twee weken al ten huwelijk gevraagd. Drie maanden later is het zover. Wij hebben de eer om de getuigen te zijn. Natasha is op het lumineuze idee gekomen om een videocamera lenen, zodat ik ook iets te doen heb tijdens de bruiloft.
Al dagen van te voren staat de camera op een prominente plaats in de keuken. Alle accu's zijn opgeladen. Elke keer als A. belt druk ik hem op het hart om bandjes te kopen. Hij is gelukkig allerminst verstrooid, want als hij uit de trouwauto stapt overhandigt hij mij direct de tapes. Natasha is inmiddels als een ware regisseur de uitstapscène aan het ensceneren. A. opent het portier voor zijn, in het wit geklede, bruid. Paniekerig zoek ik naar de powerknop, ik kan nog net de ruggen te filmen voordat de deur van Huwelijksbureau nummer 3 dichtslaat.
Nu ik eindelijk bevriend ben geraakt met het apparaat, kan ik op andere dingen gaan letten. A. ziet er florissant uit in zijn krijtstreeppak met bordeauxkleurige das. Hij ondergaat de plechtigheid met een zekere distantie zonder zijn geluk te verbergen. Ik had hem nog wat flauwe grappen willen influisteren, maar ik vind het dit moment niet passend. Wel heb ik inmiddels diverse aanvaringen met de ingehuurde fotograaf, die vindt dat ik hinderlijk in de weg loop, gehad. Ik besluit hem te vergeven, hij heeft vanochtend waarschijnlijk ruzie met zijn vrouw gehad.
Beneden drinken we champagne. Goirka, Goirka (zuur, zuur) roept de moeder van J. Attent leg ik de camera weg en kom met een fles halfzoete champagne aanzetten. Natasha ziet het op tijd en houdt me tegen. Nu weet ik het weer, het is gebruikelijk om zuur te roepen tijdens een bruiloft, de bruid en bruidegom moeten elkaar dan zoenen.
Na afloop van het officiële gedeelte gaan we met z'n vieren een stukje in de Mercedes rijden om volgens de traditie bij een van de monumenten champagne te drinken en foto's van het bruidspaar te maken. De chauffeur komt met allerlei leuke voorstellen om de rit de rekken, uiteindelijk krijgt hij twee uur extra betaald. Aan het einde van de rit stappen we uit bij het restaurant waar de familie en vrienden op ons wachten.
J. en A. krijgen iets bitters te drinken en moeten hun glazen op straat kapot gooien. In Nederland is dat genoeg om de DCMR achter je aan te krijgen. Vervolgens moeten ze met veger en blik de scherven bij elkaar vegen. Dit alles gebeurt onder begeleiding van een inhuurde gastvrouw en een folklore zanggroep.
Het diner wordt volgens de traditie constant onderbroken. Bruid en bruidegom moeten een cadeau vinden in een kool, waarna de gastvrouw opmerkt: 'dachten jullie echt dat jullie kinderen in een kool kunnen vinden?'. Ook moeten ze een babypop aankleden, waarna de moeder van J. een kinderliedje ten gehore brengt. Verder moet A. geld inzamelen om het losgeld voor zijn verdwenen bruid te betalen. Tussendoor worden er diverse toasten uitgebracht, wordt er gezongen en gedanst en het bekende zuur is ook niet van de lucht. A. krijgt niet eens de kans om zich een stuk in zijn kraag te zuipen, hopelijk heeft hij nog een paar flessen bier thuis in de koelkast staan. Om een uur of elf rijden we met een taxi naar de Gagarinstraat. Even moeten Natasha en ik de drang onderdrukken om met het bruidspaar mee naar binnen te gaan om nog verder te feesten. Het is mooi geweest, zij hebben genoeg aan elkaar.