Datsja

De datsja is een houten zomerhuisje op het platteland met een aanzienlijk stuk grond bij. Het gebrek aan ruimte in de stad wordt hier ruimschoots gecompenseerd. De meeste gezinnen wonen in de stad in een één, twee of een driekamerwoning. In een grote en vervuilde stad als Petersburg is het in de zomer nauwelijks uit te houden, dus wie de mogelijkheid heeft, ontvlucht de stad. Zodra schoolvakanties beginnen worden de meeste datsja's min of meer permanent bewoond. De schoolvakantie is hier drie maanden (juni-augustus). In de regel hebben ouders maar een maand vakantie, dus wordt er gerouleerd tussen ouders en grootouders. De kinderen blijven de gehele periode in de datsja. Af en toe gaat men een keertje naar de stad om te wassen, te baden en inkopen te doen. In de maanden april, mei, september en eventueel oktober wordt de datsja gebruikt om de weekenden door te brengen.

Wij hebben een datsja in het plaatsje Viritsa, zo'n zestig kilometer buiten de stad. Viritsa ligt in het rayon van de prachtige historische stad Gatchina en is een lokaal centrum voor de omliggende dorpjes. De term rayon wordt op twee manieren gebruikt, in de betekenis als deelgemeente, bijvoorbeeld Primorski rayon is een deelgemeente van Sint Petersburg en om het gebied of de regio rond een lokale hoofdstad aan te duiden, Gatchina rayon is het gebied behorend bij het stadje. Gatchina maakt op haar beurt weer deel uit van de Leningradski Oblast (Provincie Leningrad).

Viritsa bestaat uit de woonkernen Michalovka, Viritsa en Poselok. Er zijn zes treinstations. Vanaf deze stations rijdt de electitritska, de regionale trein die veel weg heeft van een bovengrondse metro, naar Puskin, Pavlovsk, de buitenwijk van Sint Peterburg: Koepchina en het centraal gelegen Vitepksi Vaksal Sint Petersburg. Van Vitepski Vaksal vertrekken de treinen naar Wit-Rusland. Juist vanwege de goede verbinding met Sint Petersburg is Viritsa een zeer gewilde plaats om een datsja te hebben. Aan weerszijden van het belangrijkste treinstation, Viritsa, ligt het centrum. Het bestaat uit een tiental winkels, enkele kiosken, een brandweerkazerne, een politiebureau, een apotheek, een warenhuis en een school. Iedere zaterdag is er markt. Door het plaatsje stroomt de rivier de Oredesj. Er zijn enkele wijken met vierhoge flats, verder staan er voornamelijk houten datsja's. Permanent wonen er 12.000 mensen, dit aantal is in de zomermaanden uiteraard veel groter.

Op 17 augustus 1955 werd het huurcontract over de grond gesloten, in 1955 en 1956 is de datsja gebouwd. Lidie Michalnova is al 47 jaar de eigenaar van de datsja. Behalve enige kleine verbouwingen aan de veranda's is het huis in de originele staat behouden. De datsja heeft vier verwarmde vertrekken, de keuken, de zitkamer en twee slaapkamers, daarnaast zijn er nog drie onverwarmde veranda's, op de eerste verdieping is een rommelzolder.

Er is geen stromend water, met zinken emmers moet elke dag water uit put gehaald worden. In tegenstelling tot de stad is het water uit de put uitstekend te drinken. Het huis wordt verwarmd door middel van een houtoven. Het Hollandse systeem wordt dit genoemd, een oven verwarmt twee vertrekken. Er is wel elektriciteit. Ook hier is de keuken de centrale plek van het huishouden. Het huis heeft meerdere ingangen, dit komt omdat vroeger een derde van de datsja in bezit was van een tante van de eigenaresse. In de tuin staan, behalve de waterput, een houten toiletgebouwtje, twee gereedschapschuurtjes, een houtschuur en een stenen douchegebouw.

Enige jaren geleden lag de datsja er minder florissant bij. De vloerbalken lagen los, diverse ramen waren dichtgetimmerd als gevolg van de vele inbraken. Het behang was vergeeld en liet los, de plafondplaten hingen naar beneden, het was min of meer een grot geworden. Aan de buitenkant van het huis waren de balken kaal geworden, omdat de verf was afgebladderd en de buitentrap en een balkon stonden op instorten. De tuin was overwoekerd met onkruid en lag vol met afval. In de loop der jaren is de datsja langzaam opgeknapt. Eerst is de binnenkant gerenoveerd, de vloer is geïsoleerd en de vloerplaten zijn geverfd, er zijn plafonds aangebracht, de muren zijn opnieuw behangen, alle deuren en kozijnen zijn geverfd, en de elektriciteitsleidingen zijn vernieuwd. Vervolgens is de buitenkant van huis twee keer overgeschilderd. Tenslotte is een nieuw balkon gebouwd, de buitentrap vervangen, de douche is gerenoveerd, een nieuwe houtschuur gebouwd, nieuw hekwerk aangebracht en een nieuwe opbouw op de waterput gezet.

Water wordt elke dag door middel van een zinken emmer uit de put opgetakeld. Twee emmers voorzien over het algemeen in de dagelijkse behoefte. In de put bevindt zich een pomp, deze wordt alleen gebruikt om het land te besproeien en om de douche te vullen. In het douchehuisje is een kleine haard, waarmee het water verwarmd kan worden. Het duurt circa een kwartier om de douchetank te vullen en ruim een uur om het te verwarmen.

De afgelopen jaren zijn we steeds meer in de tuin gaan werken. Daarvoor was de tuin in een charmante wildernis veranderd. Nu zijn er diverse bomen gekapt, nieuwe bloemenperken aangelegd en land voor de moestuin ontgonnen. Er staan nu drie kleine kassen, twee voor komkommers, één voor tomaten. Voorts verbouwen we sla, bloemkool, uien, bieslook, koriander, peterselie. De voortuin is vrijwel op orde, maar aan de achterkant is er nog voor jaren werk. Er staan vijf appelbomen, twintig pruimenbomen, vijf kersenbomen, voorts zijn er struiken met rode, zwarte, vogel- en kruisbessen, frambozen, bramen en vijf veldjes met aardbeien. Elke zomer maken we vruchtenjam, marineren we augurken, tomaten, paprika's en paddestoelen. Iedereen weet hier gelukkig precies welke paddestoelen giftig en welke eetbaar zijn. Het is een gezond leven met af en toe sjasliek van de barbecue.

De voorbereidingen voor het nieuwe seizoen beginnen eigenlijk al in de vroege herfst. De dakgoten raken elk jaar verstopt met takjes, dennenappels en naalden. Met behulp van een vijf meter lange tak kan deze smurrie langzaam losgewoeld worden. Tevens worden na afloop van het seizoen de zware olievaten (botsjka's) omgedraaid. Deze botsjka's staan onder de dakgoten om het regenwater op te vangen. De appel- en kersenbomen worden gekalkt dat wil zeggen van de grond tot circa een meter wordt de stam geverfd. Verder is het de tijd om tulpenbollen, aardbeien, uien, knoflook te planten en de grond te voeden. Dit gebeurt met paardenmest. Een zigeuner komt met een paard en wagen en deponeert de mest aan de voorkant in de tuin. De mest wordt zorgvuldig met plastic afgedekt. Ook moet het toilet, dat in de achterkant van de tuin staat, worden leeggeschept. Het toilet is een klein houten huisje, waaronder een diepe kuil gegraven is. In de loop der jaren is kuil opgevuld, waardoor de stank in de zomer verschrikkelijk is. Met een zinken emmer die aan een stok is vastgemaakt, is het mogelijk om het toilet leeg te scheppen. Het is een zwaar karwei, want de massa is door de vermenging met aarde instant geworden. Met een deel van de mest worden de nieuwe gratiki's bemest, de rest wordt opgeslagen in een 50 liter ton voor het komende voorjaar.

Vanwege het gure klimaat is het zaak om allerlei bloemen en groenten thuis te planten. In het vroege voorjaar staat het hele huis dan ook vol met bloembakken, plastic flessen met aarde. Het is hier te koud om zaadjes in te grond planten, dus elke datsjabezitter kweekt in maart en april van alles thuis (wij hebben bloemen, komkommers, kruiden, bloembollen etc.). In sommige huizen brandt dag en nacht tl-verlichting. De jonge plantjes zien er in het begin allemaal eender uit: onkruid of in het beste geval klavertjes vier. In de lente worden alle groenten en bloemen geplant.

Begin april is het, na een lange winter, plotseling 12 graden. Het water in de stad moet eerst gekookt worden. De datsja dient eerst flink warmgestookt te worden, want na vijf maanden vorst is alles vochtig. 's Nachts valt de kou mee. Op nog maar op enkele plekken in de tuin ligt sneeuw. De eerste tulpen zijn al te zien. De bladeren en het afval moeten bij elkaar geharkt worden.

Vanwege de vele inbraken halen de mensen alles weg dat enige waarde heeft. Sommige mensen timmeren zelfs alle ramen met planken dicht. Dit is op zich een effectieve oplossing maar het ziet er wel heel erg triest uit. Bij ons is vorig jaar oktober liefst twee keer ingebroken. De buit was een deken, winterjas, schoenen, 2 vesten, twee zinken emmers, enkele pannen. Erger is de schade die toegebracht is aan de datsja: twee ramen zijn opengebroken en drie deuren gesloopt. Nieuw glas moet er in de ramen gezet worden en het gat in het hek dient hersteld te worden.

datsja

datcha