Dooi

's Ochtends

Dat Napoleon met zijn legers vastliep in Rusland was voor een groot deel te wijten aan de barre winter. De heroïek van de elfstedentocht is leuk als het dag duurt, maar de winter kan hier maanden duren. De dooi is in vele opzichten erger dan de kou, zullen ook de troepen beamen.

Het landschap verandert in een onoverzichtelijke akker met plassen, moeras, slootjes, volgelopen kuilen, brokken half gesmolten ijs en modder opgefleurd met straatvuil en goed geconserveerde hondendrollen. Probeer daar maar eens zonder kleerscheuren doorheen te waden.

Het heeft een nivellerend effect, de gepensioneerden die ik normaal gesproken gemakkelijk voorbijschiet, houden mij nu in hun constante lage tempo bij. Ik ontbeer duidelijk ervaring, onhandig maak ik een soort omtrekkende beweging, verander van tactiek en laveer van links naar rechts om uiteindelijk tot stilstand te komen bij een stuk ondergelopen wegdek, omsloten aan twee kanten door drek. Uiteindelijk besluit ik maar gewoon een rechte lijn te volgen en voel mijn schoenen langzaam vollopen met een zware cementachtige substantie. Vervolgens spring ik via een ondiepe plas naar een veilig onbedekt asfalteilandje. Als ik het echt niet meer vertrouw, zoek ik de modder op die in elk geval meer houvast biedt dan de licht opgevroren plasjes. De voorgaande maanden had ik hier weinig last van, de sneeuw bood genoeg houvast. Het kraakte onder je schoenen als een zandstrand. Nu pas valt het mij op dat er geen straatverlichting is.

Elke verandering in temperatuur heeft hier wel zijn nadelen. Bij min twintig vriezen je vingers in je handschoenen kapot, scheuren je lippen en loopt er vocht uit je neus. Bij de dooi verandert de omgeving in een groene zeepbaan, waar de bedenker van zeskamp alleen maar van kan dromen en 's zomers zuigen de muggen je leeg. Rusland is een onneembare vesting voor buitenstaanders.

's Middags

Het lijkt vandaag wel of de modder ook in mijn hoofd zit. Eerst heb ik Kolja naar school gebracht, vervolgens gauw een douche genomen en naar kantoor gegaan. Daar heb ik geprobeerd om diverse mensen in Nederland te bellen, die bleken geen van allen op vrijdag te werken. Ze hielden echt weekend, want ze waren ook thuis niet te bereiken. Sergei had een verslag klaar, dat in het Russisch geschreven bleek te zijn, dat schoot ook lekker op.

Daarna ging ik met de taxibus naar het centrum voor een andere afspraak. Omdat ik niet goed oplette miste ik de halte en moest vanaf de Admiraliteit teruglopen naar Gostina Dvor. Ook hier was het ijs aan het smelten, dus moest ik een weg zien te vinden door de plassen. Helaas schatte ik een keer de afstand verkeerd in en belandde in een kuil, een schoen ging volledig onder in een mengsel van water en modder. Kortom een perfecte voorbereiding voor het gesprek.

Tot mijn verbazing was iedereen aanwezig en nog wel op tijd. Over een week gaat er een groep naar Nederland. Visa, tickets, alles was voor elkaar. Hier klopte iets niet. Ditmaal was de Nederlandse zijde niet zo actief, er was geen concept programma opgestuurd. Jammer, want daar zouden we het nou net over hebben. Om 17.00 uur kwam ik uitgehongerd en gebroken thuis. Waar had ik me nou de hele dag mee beziggehouden? Soms vraag ik me wel eens af of ik niet gewoon een parodie op een intermediair ben. Gelukkig zat er nog anderhalve glas bier in de fles, dat vergoedde, samen met de pilminie en brood met kruidenboter een hoop.