Een jaar Rusland

Het is vandaag 15 augustus 2002, ik heb het een jaar volgehouden in het land van vraatzuchtige wolven, wilde beren, corrupte politici en bloedzuigende ambtenaren. Gisterenavond, rond middernacht, zaten Natasha en ik op de trap bij de ingang van onze datsja. We keken naar de sterrenhemel. Volgens Natasha is het einde van de zomer in zicht. 'We hebben vanavond waarschijnlijk voor de laatste keer dit seizoen in de rivier gezwommen', zei ze.

Over twee weken gaan we weer terug naar de stad. Ik verzink in gedachten, weer naar die vieze, gore stad. Terug in het oersaaie ritme. Kolja naar school brengen, boodschappen doen, koken en opruimen. Alle feestjes zijn voorbij, alle vrienden zijn geweest. Voor dat ik er ook maar erg in had, was mijn stemming totaal omgeslagen. Natasha zag dat er iets niet met me in orde was. Programmeer jezelf niet. Het was al te laat. 'Mijn leven is over', stamelde ik. Het klonk zo pathetisch dat we allebei in een deuk lagen.

Natasha zou best met me willen ruilen, zij thuis met Kolja en ik naar het werk. Zij begrijpt dat het lastig is zonder vriendenkring en zonder vaste bezigheid in de stad. Hier in het datsjadorp ken ik zowat iedereen in de straat. In de vier zomermaanden heb ik ook pas echt Russisch leren spreken. Vervolgens probeerde ze me op te beuren door te vertellen wat er in de nazomer allemaal niet in de tuin moet gebeuren. Ik moet zeggen dat ik dat deze keer niet erg vond. We mijmerden nog wat om voorgoed de stad te verlaten en in de datsja te gaan wonen. Allemaal niet direct te verwezenlijken, maar een droom heb ik nodig.