Een postpakketje

Zaterdag ligt er een briefje in de bus. Na het weekend kunnen we een pakje afhalen op het postkantoor. Het kantoor waar Natasha de vorige keer een pakje had afgehaald ligt nogal ver weg. Maandagavond gaan we op pad, het is min 15 graden en er waait een gure wind. Na een half uurtje bereiken we de plaats van bestemming. Zoals te verwachten staat er een hele lange rij voor het loket. Na drie kwartier, vlak voordat we aan de beurt zijn, kijkt Natasha nog eens goed op het briefje. Lichte paniek. Het adres van het postkantoor is onleesbaar geworden vanwege een stempel. Inderdaad, we bevinden ons in het verkeerde kantoor, we moeten namelijk in het dichtstbijzijnde naast bij de supermarkt zijn. Gauw terug, want het is nog geen acht uur. Natuurlijk staat hier bij de pakketjesafgifte helemaal geen rij en worden we meteen geholpen.

Het vorige pakketje dat we ontvingen was ruim vijf weken onderweg. Alle zakjes snoep waren opengesneden zodat de dropjes los door de doos rammelden. Deze keer lijkt het of het pakketje niet geopend is. Maar Natasha merkt op dat er een scheur aan de zijkant van de doos zit. 'Ze hebben het weer opengemaakt'. De dame achter het loket gaat direct in de tegenaanval. Als er iets mist moet ze dat maar gelijk zeggen. We maken het pakket open. Alles ligt ligt keurig geordend in de doos.

Enkele dagen later belt Bjorn, die het pakje verzonden heeft. Ik bedank hem voor het Sinterklaas snoepgoed en het doosje lego. Na mij even aangehoord te hebben vraagt hij wat Natasha van de tube gezichtscrème vond. 'Die hebben ze dus op het postkantoor gepikt!', roep ik uit. Ik wil al terug gaan, maar Natasha houdt me tegen. 'Dat heeft geen enkele zin, je denkt toch niet dat ze het zullen toegeven?'.