Terug naar huis

Het is een woensdagmiddag begin september, het datsjaseizoen zit er op. Na bijna vier maanden gaan we terug naar de stad. Zolang het niet te koud is zijn we voornemens de weekenden buiten door te brengen. Nu is het zaak om zoveel mogelijk spullen mee te nemen, want iedere herfst wordt er een paar keer ingebroken. De gemarineerde augurken en tomaten, jam en wijn, elektrische oven, kleding en voedsel heb ik in de Nederlandse verhuisdozen geplaatst. Alleen de televisie, de eenpitter, de pomp en de verwarming heb ik bij de overbuurvrouw gebracht. Verder heb ik wat bestek en borden op de rommelzolder verstopt, de kans lopend dat ik het straks zelf niet meer kan vinden. Het huis, de schuren, de douche, de put, alles heb ik afgesloten. Als alles in de bus geladen is en iedereen is ingestapt begint het wachten is op de kat. Na een kwartiertje stel ik voor maar gewoon weg te gaan, dan zien we hem vrijdag wel weer uitgehongerd terug. Even later komt het beestje niets vermoedend onder de fundering van het huis vandaan.

In de stad wacht ons een onprettige verrassing, het koud water is afgesloten, omdat de verrotte buizen eindelijk vernieuwd worden. De volgende ochtend wordt ook het warm water afgesloten. Aangezien ik geen emmers met water had gevuld, stuit ik al snel op een probleem: hoe het toilet door te spoelen? Gelukkig vind ik de koelkast twee geopende flessen inferieure limonade. Even later schiet me te binnen dat ik ook niet kan koken of zelfs maar mijn handen wassen. Uiteindelijk ga ik maar naar de winkel en haal een paar grote flessen mineraal water.

Ook op vrijdagochtend hebben we nog steeds geen druppel water. De voorzitter van de corporatie heeft geen idee wanneer het water weer aangesloten wordt, misschien zondag, wellicht maandag, maar het kan ook nog langer gaan duren. Gelukkig is het nog steeds goed weer, dus we kunnen straks in de rivier baden.

Tijdens het ontbijt hebben Natasha en ik het over het feit dat Russen mensen zonder rechten zijn. Een deel van de zomer was het warm water afgesloten en nu alweer. De verwarming gaat pas op 1 oktober aan, gelijk of het koud of warm is, 1 mei wordt hij weer uitgezet. Wonen in de stad heeft veel weg van kamperen op een slechte camping. Zoals altijd concluderen we na enige tijd dat het verder weinig zin heeft om hier ons over op te winden.

Met het datsjaleven nog vers in het geheugen neemt onze conversatie een wending. Als je in de stad woont verlies je het gevoel voor realiteit, je drukt op een knopje en alles gebeurt vanzelf, als iets het niet doet sta machteloos. In de datsja is het leven directer, wanneer je water nodig hebt haal je het uit de put, als je de kachel wilt aansteken moet je eerst hout uit de schuur halen, in het geval dat de stroom uitvalt kan je altijd nog een vuurtje in de tuin stoken enzovoort.

Natasha gaat naar haar werk, ik stop de rugzak vol kleding, doe inkopen voor het weekend en haal Kolja van de kleuterschool. Ik ben tevreden over mijn grondige voorbereiding, toch voel ik dat er iets niet in orde is, wanneer ik de deur van het appartement op slot draai. Heb ik niet iets over het hoofd gezien? Kolja en ik reizen met de bus naar metrostation Moskoskaja en stappen daar over op de metro richting Koepchina. Om drie uur met Natasha afgesproken. Vlak voordat we de trein instappen voel ik in mijn zakken, ik ben de sleutels van de datsja vergeten. 'Gaan jullie maar alvast, ik kom straks wel', roep ik. Zwaar teleurgesteld in mezelf begeef ik me naar de metro.