De val

Op mijn vijftiende ging ik voor het eerst met vrienden op fietsvakantie door Nederland, België en Luxemburg. Nederland had net voor de tweede keer de finale verloren. Ongewild had het slangenmens de mooiste misser aller tijden gemaakt. Samen met mijn vriend Ernst had ik enkele weken tomaten geplukt in de kas van de broer van zijn buurman. We verdienden toen gigantisch: vijfeneenhalve gulden per uur. Terwijl een tweedehands LP f7,50 deed. We hielden van 'The new york shuffle' van Graham Parker and the Rumour, 'IV Rattus Norvegius' van de Stranglers en 'Teenage heart' van de Meteors. Onze tocht van 17 dagen ging ondermeer via Baarle Nassau, Hasselt, Turnhout, Luik, La Roche, Vianden, Luxemburg en eindigde bij Maastricht, daar waren de f350 op en zijn we in één nacht terug naar Berkel en Rodenrijs gereden. Ik had een junker met drie versnellingen en handremmen, kleding en kooktoestel zaten in krantentassen en de tent was vastgesnoerd op de bagagedrager.

Vijfentwintig jaar later hebben Natasha en ik de 'Tourist' herenfiets van de datsjazolder gehaald. Meer dan tien jaar heeft hij op non-actief gestaan. We constateren dat de fiets in goede staat verkeert, slechts de achterband is lek. De volgende ochtend reis ik met de trein naar prospekt Slava en koop daar een nieuwe binnen- en buitenband. 's Avonds proberen Natasha en ik de band op het achterwiel te krijgen. De rolverdeling is als volgt: op commando draai ik los wat vast zit en andersom, het echte denkwerk doet Natasha. Na veel geduw en getrek lukt het om de band te verwisselen.

Opgewekt haal ik herinneringen op. Vroeger fietste ik iedere ochtend 7 kilometer naar de middelbare school in Schiebroek. Dat deed overigens iedereen in Berkel en Rodenrijs, want met de bus was je wel een uur onderweg. In Petersburg wordt er in de stad nauwelijks gefietst, slechts enkele waaghalzen mengen zich in de gigantische autostroom. Fietsen doe je uitsluitend 's zomers in het datsjadorp.

We maken een testritje naar de rivier. Hoewel Natasha zelf net een nieuwe fiets gekocht heeft, duid ik haar om achterop plaats te nemen. We komen wat moeizaam op gang, want de fiets trapt alleen in de zwaarste versnelling. Op de onverharde weg vol kuilen en plassen is het moeilijk manoeuvreren. Het valt me op dat de voorrem het niet doet, het stuur een beetje scheef staat en het achterwiel nogal wat speling heeft. Maar goed, als ervaren fietser haal ik mijn neus op voor dit soort futiliteiten. Morgen draai ik wel wat schroeven en moertjes aan. Op de asfaltweg gaat het al een stuk beter en we winnen aan snelheid. Kolja, gezeten op zijn kinderfietsje, kraait van plezier: 'harder, sneller!'

Vlakbij de rivier is een zandweggetje dat steil naar beneden gaat. Het is Kolja's geliefde afdaling. Ik zal hem eens even laten zien hoe je hier vanaf moet racen bedenk ik. In de aanloop maak ik de nodige snelheid. Delgado is ontsnapt uit de kopgroep. Halverwege druk ik voorzichtig de achterrem in. De vaart valt me niet me, het stuur begint hevig te trillen en ook het achterwiel loopt uit de pas. Nog net weet ik het hekwerk van de tuinen te ontwijken. Maar onze snelheid neemt immer toe, we beginnen te slippen. Het zand is nu achter de rug en we komen in de diepe geulen van het tractorspoor terecht. Mijn stuur en achterwiel onderhouden geen enkele relatie meer met elkaar. Nu knijp ik de handrem maar eens stevig in. Het achterwiel trekt naar rechts weg, het stuur klapt linksom naar binnen en ik zweef rechtdoor en beland onzacht in de afvalhoop. Ik kijk achterom en zie Natasha in een vreemde houding onder de fiets liggen. Beduusd kruipen we weer overeind, gelukkig hebben we alleen maar wat schrammetjes en blauwe plekken. De Tourist heeft het minder goed getroffen, het achterwiel zou niet misstaan in een zak chips.