Mijn verjaardag

Vorig jaar, tijdens de laatste weken voor mijn vertrek, dacht ik vaak: dit doe ik voor de laatste keer, bijvoorbeeld de laatste werkdag, de laatste keer in de lift, het laatste zakje patat, de laatste keer zwemmen, de laatste keer naar de markt enz. Hier maak ik allerlei dingen voor het eerst mee, zo ook mijn eerste verjaardag op Russische bodem.

De vooruitzichten waren grandioos, het was al meer dan een week voortreffelijk weer, zonnig en een graad of twintig. Ik had dan ook het geweldige idee gekregen om mijn verjaardag niet in het krappe tweekamerappartement in de stad, maar in de datsja, te vieren. Dat betekent natuurlijk een houtvuurtje stoken in de tuin en sjasliek roosteren. Vrijdag gingen wij (Kolja, grootmoeder, de kater Bosja en ik) vast vooruit om de voorbereidingen te treffen. Natasha moest op zaterdag werken en bleef daarom, tegen haar zin in de stad achter. Het was wel iets frisser geworden, een graad of zestien.

Aangekomen togen we meteen aan de arbeid: de stadskleding voor werkkleding omgewisseld, twee emmers water uit de put halen, hout naar de keuken brengen, de haard aanmaken, het vlees snijden en marineren en nog wat boodschappen in de buurtwinkel halen. Samen met Kolja ging ik naar het winkeltje. Kolja scheurde op zijn fietsje ver voor me uit, maar als afgesproken blijft hij op de hoek van de straat op me wachten, daar kom ik hem weer tegen en vervolgens flitst hij naar de volgende hoek van de volgende straat, net zolang tot we bij de winkel zijn. Het buurtwinkeltje is een oud houten huisje, de ramen zijn dichtgetimmerd, het enige licht is afkomstig van een tl-balk. Je kan er, tenminste als de bevoorrading net heeft plaatsgevonden, van alles kopen: brood, melk, kip, koekjes, snoep, tandenborstels, zeep, limonade, maar vooral is er veel drank. Heel populair is het kwartliterflesje met een alcoholgehalte van 90%, volgens het etiket bedoeld om ruiten te reinigen. Ik heb nog nooit zoveel glazenwassers gezien.

Ik had geluk, want er was vanille-ijs, broodnodig ingrediënt voor de sorbet, te koop. De verkoopster, een meisje van een jaar of vijftien, was hevig verbaasd toen ik om zes briketjes (baksteenvormig pak ijs) vroeg. Ik voelde me verplicht om haar uit te leggen dat ik het ijs niet in mijn eentje op zou eten, waarop zij zich bijna in haar kauwgom verslikte. Verder kocht ik nog een pak melk en witbrood. Opgetogen keerden Kolja en ik huiswaarts. Kolja stond erop dat hij het plastic tasje met ijs hangende aan zijn stuur mocht vervoeren. Ik hield mijn hart vast toen ik hem roekeloos door de plassen en kuilen zag racen. Door een klein wonder bleef het dessert gespaard.

's Avonds marineerden we het vlees op Russische wijze, dat wil zeggen: zout, peper, uien en veel azijn en water. Ook maakten we vast knoflook/kommersaus. Zoals altijd sneed ik daarbij een keer in een vinger.

De volgende ochtend was het weer totaal omgeslagen, de lucht was donker, het regende en de wind gierde, na enige tijd viel er ook hagel, de temperatuur was gedaald tot drie graden. Van mijn plan om 's avonds gezellig bij een vuurtje in de tuin te zitten bleef weinig over. Wat te doen? Om acht uur 's avonds zouden onze buren komen. Het feestje naar de stad verplaatsen leek me geen goed idee. Ik voelde er weinig voor om een emmer vol vlees, drank, ijs en een pan saus in de trein te vervoeren. Binnen zitten dan maar. We haalden een grote tafel van de veranda en zochten voldoende stoelen bij elkaar. Daarna boog ik mij over het volgende probleempje: hoe te barbecuen in de regen. Onze barbecue bestaat uit twee rijen bakstenen waar je de spiesen tussen hangt. Ik vond twee aluminiumstangen in de schuur en boog deze in een U vorm, vervolgens maakte ik een paar gaten in een omgedraaide ijzeren cementbak en bond de stangen met ijzerdraad eraan vast. De stangen drukte ik de grond in zodat de constructie in elk geval niet om kon waaien. Vervolgens verzamelde ik afvalhout, takken, dennenappels. Om een uur of drie stak ik het vuur aan. Ik trok een flesje bier open, leunde achterover en keek trots mijn uitvinding: een groot zilverkleurig, rechthoekig hoofd met vier pootjes, net een spaceinvader. Het vlees werd uitstekend gaar omdat de hete lucht in het dak circuleerde. Het heeft die dag niet meer geregend.