De verpletterende werkelijkheid

's Morgens om zeven uur sta ik op en maak een uitsmijter voor Natasha. Het is haar eerste dag werkdag. Zij wordt nu in het keurslijf van de aanwezigheidsplicht gedwongen, sommige zeggen dat het goed voor je carrière is of voor je CV. Het enige dat de calvinistische slavernij opgebracht heeft is een dikke portefeuille. Vervolgens moet je het verdiende geld, in een fractie van de tijd die je voorheen had, ook nog een keer zien op te maken. Weg luie zondag, met een zak chips voor de buis, ervoor in de plaats loop je mee in de meute op koopzondag. Zeulen met een onwillige echtgenoot: staat het me echt, ja koop nou het maar, maar vorige week zei je nog dat blauw me niet staat.

Ik ben verknocht geraakt aan het ongeregelde leven van een onafhankelijk adviseur. Ik werk wanneer het nodig is en verder niet, geen navelstarende vergaderingen meer. Werk en huishouden lopen dwars door elkaar. 's Ochtends breng ik mijn zoon naar school, daarna ga ik naar een afspraak of naar huis om te schrijven, te emailen of te bellen. Als ik helemaal geen zin heb ga ik gewoon inkopen doen, schoonmaken of een boek lezen.

Een jaar geleden had ik grote moeite om mijn status en bijbehorende beloning op te geven, inmiddels heb ik het gevoel of de ketens van mij afgevallen zijn. Toen mijn zoon geboren werd merkte ik op dat je op het werk zo lekker kunt uitrusten. Ik was nog nooit zo moe geweest. Na enkele jaren, toen hij 's nachts wat beter sliep, gingen al die vergaderingen me enorm vervelen. Een mens is ook nooit lang tevreden.

Als Natasha om kwart voor acht op het punt staat om weg te gaan, wek ik Kolja. We zwaaien onze kostwinner van achter het keukenraam uit. Daarna begint de ellende, hij neemt het mij kwalijk dat zijn moeder al met de noorderzon vertrokken is. Hij verstopt zich en weigert zich aan te kleden. Als ik op het punt sta in tranen uit te barsten draait hij gelukkig bij.

De weg naar school leggen we op zijn voorstel sprintend af, waarna ik afgebekt mijn weg naar het centrum vervolg. Daar gekomen blijkt mijn contact helaas naar een ingelaste spoed afspraak te zijn geroepen. Al die haast en emotie voor niets. Veel tijd om me hier over druk te maken heb ik niet, want ik moet naar de markt om inkopen te doen, er is niets meer in huis. Vanaf de markt wandel ik met een volgeladen rugzak en twee plastic zakken in een half uurtje naar de kleuterschool. Thuisgekomen wachten de afwas, twee onopgemaakte bedden en de verantwoordelijkheid voor het avondeten op me. De situatie wordt iets overzichtelijker, omdat Kolja bij oma, die naast ons woont, op bezoek gaat. Ik leg een stuk karbonade van meer dan een kilo in de oven en besluit even te gaan liggen. Tegen vieren schrik ik wakker vanwege de geur van verbrand vlees.

's Avonds belt Natasha me van kantoor dat ze moet overwerken. Over negenen komt ze uitgehongerd en uitgeblust thuis. Na het eten neemt ze een bad en hangt eindeloos aan de telefoon. Als ik haar eindelijk voor mijzelf heb, valt ze na vijf minuten in slaap. Ik sta maar weer op om het laatste beetje afwas te doen.

Ik droom 's nachts van mijn bezoek aan de zuidelijke markt: standje op eerste rij 20 roebel bespaard op een pot oploskoffie, 1 roebel per yoghurtje maakt in totaal 28 daar kan ik weer 5 tomaten voor halen. Rot vrachtwagens kunnen ze nou nooit eens 's ochtends vroeg bevoorraden. Vierde rij halverwege twee kilo bloem was 16 dus ook weer 4, suiker 26 voor 2 kilo betaald terwijl in het buurtwinkeltje voor 900 gram 1 roebel wordt gerekend, dat wordt te ingewikkeld. Kaas is 20 roebel per kilo goedkoper, 400 gram gekocht dus ongeveer 8 roebel minder, rozijnen honderd gram meer voor dezelfde prijs dus dat telt niet, oh ja 2 blikken ananas, per stuk 10 roebel goedkoper, volgens mij heb ik de pot Duitse augurken allang verdiend of zal ik toch maar kiwi's voor Kolja kopen, kijk uit voor die plas.