Wijn

De aardbeienoogst was voortreffelijk, naast aardbeien met slagroom als toetje hebben we ook twaalf potten confiture bereid. Met de augurken en tomaten ging het ook niet slecht, getuige de ruim twintig potten zoetzuur. Maar wat te doen met al die bessenstruikjes in onze tuin? Meestal at ik maar gewoon op wat me rijp leek. Echter, nadat ik van mijn eerste honorarium - voor de Engelse lessen die ik aan een kind van drie gaf - voor Natasha een boek over tuinieren had gekocht, raakte ik bezeten van het zelf wijn maken. In hoofdstuk zeventien stond een simpel recept: stamp een liter bessen fijn, deponeer de bessen samen met een liter suiker in een glazen pot en dek de hals van de pot af met een plastic handschoen, als de handschoen met gas gevuld is, prik dan met een speld een paar gaatjes in de vingers. De rest gaat vanzelf. Ik plukte de overgebleven aalbessen, kruisbessen, frambozen en zwarte bessen en vond een drie liter pot op zolder.

Een week later had ik rijpe abrikozen op de markt in de stad gekocht, bij aankomst in de datsja waren de abrikozen in puree veranderd. Abrikozenwijn leek me ook wel aardig. Weer een week later had de buurman Andrej een lijstbes omgehakt, volgens hem kon je daar ook heerlijke wijn van maken. Zo had ik half augustus drie grote glazen potten in de hal staan.

Na verloop van tijd begon het rottingsproces in de glazen potten. Het schoot me te binnen dat ik als scholier geprobeerd heb vergif te maken. Ik had tandpasta, scheerzeep, Fresh up after shave en Badedas lichtblauw met zout vermengd in een gele plastic tandenborstelbeker. Ik had mijn geheime elixer goed uit het zicht achter het slaapkamergordijn verborgen. Zelf was ik het de volgende dag al vergeten. Toen ik een week of twee later uit het raam keek viel mijn oog op de gifbeker. De witte smurrie was inmiddels lichtgroen geworden. Toen ik de beker optilde raakte ik met mijn wijsvinger het gevaarlijke goedje aan. Help, ik ben vergiftigd. In paniek opende ik het raam en wierp het hele zaakje in de tuin van de buurman. Daarna heb ik wel vijf minuten mijn handen met zeep schoongeboend.

Begin november bottellen we de wijn. Hiervoor heb ik tien 2 liter limonadeflessen opgespaard. De hoeveelheid valt tegen, de abrikozenwijn heeft een azijnsmaak. Hup in het toilet. Ook is de lijsterbeswijn nog niet klaar, de plastic handschoen staat nog fier overeind. Resteert alleen de bessenwijn. Via een dubbele zeef laten we de bloedrode vloeistof in een theepot lopen. De hoeveelheid is bepaald niet indrukwekkend, daarom schenken we het over in een lege Bordeaufles. Gelukkig blijkt er na afloop nog een glas in de theepot te zitten. De wijn heeft iets weg van de vruchtenwijn van f1.99 die je vroeger in de Spar kon kopen. Wel is het alcoholpercentage hoog, na het ene glas ben ik behoorlijk draaierig. We besluiten onze huiswijn te bewaren tot 8 november, de feestdag van de grote socialistische oktoberrevolutie.