Datsja-aantekeningen

bloemenbed

Inleiding: de laptop

Begin juni heb ik Dima gevraagd of ik zijn laptop kon lenen, zodat ik de zomermaanden heerlijk in de tuin kan werken. Nadat hij een paar keer onze afspraak heeft uitgesteld geef ik de hoop op. Half juli komt hij opeens op een avond met het apparaat aanzetten. Vanaf dat moment probeer ik als Guust Flater angstvallig de achterstallige post bij te werken waarbij ik de hete adem van Pruimpit (Peet) in mijn rug voel. Een half schriftje vol, met een alleen voor mij ontcijferbare letters, cijfers en pijlen. Uiteraard word ik daarbij volop gehinderd door de andere gezinsleden, bezoek uit Nederland, de slechte stroomvoorziening, het plotselinge prachtige weer, maar bovenal een gebrekkige zelfdiscipline.

Nachtvorst 2 juni

De koude winter heeft haar sporen achtergelaten, de appel- en pruimenbomen hebben nauwelijks gebloeid, twee kersenbomen en meer dan de helft van de aardbeiplantjes zijn doodgevroren. Vanwege de nachtvorst hebben we de tomaten- en komkommerkassen van een extra plastic laag voorzien. We hebben tijdelijke minikassen voor de bieten en de nieuwe rozenstruiken gefabriceerd. We geven de planten warm water voordat we ze bedekken, in de hoop dat ze de lage temperatuur zullen overleven. De paprika’s, de afrikaantjes en de courgetteplanten houden we voorlopig binnen op onze veranda. Al rond het middaguur verwarmen we het huis, tot laat in de avond. We hebben al een aardig gat in de houtvoorraad geslagen. Overdag is het tussen de drie en zes graden. Uitstekend weer om te spitten in de tuin en 's avonds een boek in bed te lezen.

Boom omgewaaid 10 juni

Even kijk ik verschrikt op, ik zit in de duisternis. De stroom is weer eens uitgevallen. Meestal duurt het slechts enkele uren voordat dit euvel verholpen is, maar iets zegt mij dat dat deze keer niet het geval is. Ik kijk uit het verandaraam en zie dat het bij de buren ook donker is. Ik hoef dus de stoppen niet te controleren.

Enige tijd later roept tante Lucia dat we voorlopig zonder stroom zullen zitten, er is namelijk een boom omgewaaid en deze is op de elektriciteitskabel terechtgekomen.

We blijken welgeteld één zaklamp en één kaars in huis te hebben. Ik neem de voorlopige gevolgen in ogenschouw:

Ietwat verveeld besluit ik een kijkje te nemen. Ik verlaat de tuin, loop over onze provisorische brug en betreed de openbare zandweg. Ik zie meteen wat er aan de hand is: er ligt een omgewaaide berk over de weg. In zijn val heeft de boom alle elektriciteitskabels meegenomen. Ik vergaap me aan de precisie, de boom maakt exact een hoek 90 graden met de weg.

De oudere, wat vreemd ogende man die op de hoek woont, staat er al, van lieverlee komen er meer buren op het tafereel af. Er wordt druk gespeculeerd, het zal wel een hele tijd gaan duren voordat er weer stroom is. Tante Lucia vertelt dat haar telefoon ook niet meer werkt, maar dat iemand uit een andere straat de elektriciteitsmaatschappij al opgebeld heeft. Ze zullen vanavond zeker niet komen, er zijn diverse bomen omgewaaid.

‘s Avonds proberen Natasha en ik bij het licht van de zaklamp in bed te lezen, iedere keer als één van ons tweeën een onverwachtse beweging maakt zakt de lamp tussen de kussens weg. De volgende ochtend steek ik de kachel aan, omdat ik de ketel aan de kook wil brengen. Na een uurtje heb ik eindelijk koffie.

Tegen tweeën ‘s middags geeft de plaatselijke GEB acte de presence. De chauffeur bedient de lift, een kraaiennest waarin twee potige kerels zijn geklommen. Als ze een meter of twaalf opgetakeld zijn, gaan ze aan het werk. In een mum van tijd hebben ze de kabels weer bevestigd. De dikke berk die over de weg ligt wordt tegelijkertijd met motorzagen aan stukken gezaagd door de twee overige teamleden. Na een kwartiertje werkt alles weer en zijn alle sporen uitgewist, ik verbaas me over de snelheid waarmee dit gebeurd is.

Het vogelnestje 15 juni

Bosja heeft voorlopig de pest aan me; ik heb een flink stuk plastic om de oude berk gebonden, zodat hij er niet langer in kan klimmen. Hij had een speciale liefde voor de boom opgevat daar die de jonkies van het roodborstjesechtpaar herbergt. Gisteren was hij in de top geklommen en probeerde van daar af ze te verschalken. De bonte kraaien schoten het geschrokken roodborstjesechtpaar te hulp. Ze begonnen bijzonder lelijk te blèren en voerden schijnaanvallen uit op onze fanatieke jager, die uiteindelijk door het verrotte dak van de stam zakte en naar beneden viel. Ontroostbaar loopt Bosja nu rondjes om het kunstwerk. De roodborstjes brengen weer rustig wormpjes naar het nest. Na enkele dagen zijn ze verdwenen. Ik vrees dat Bos de jongen in zijn val verpletterd heeft.

Wat levert het op? 16 juni

Bespaar je eigenlijk wat als je er een moestuin op na houdt, heb ik me wel eens afgevraagd. Aan de afgelopen zomer hebben vijfentwintig potten augurken en vijftien potten verrukkelijke aardbeienjam en een fles drinkbare bosvruchtenwijn overgehouden. Verder hebben we de gehele zomer geen sla en lente-uien en twee weken geen tomaten hoeven kopen. Eind september / begin oktober heb ik voldoende appels: ik heb elke dag wel tien appels gegeten. Af en toe haalden we een verse bloemkool of een Chinese kool of verse kruiden zoals koriander en peterselie uit de tuin voor het avondeten. Dat was het wel zo’n beetje. Dit jaar hebben we wat meer gewassen geplant zoals courgettes, paprika’s, wortels, bonen en een extra tomatenkasje gebouwd. Maar nog zeker een derde van de tuin staat vol met gras, brandnetels, lelietjes van dalen, boterbloemen, lupines, bosaardbeien, bosbessen, wilde rozen en nog tientallen soorten wilde planten. We hebben besloten om dat zo maar te laten, niet alles hoeft gecultiveerd te worden.

komkommers

Boris en Alla, onze buren, gaan een stuk voortvarender te werk. Ze hebben de gehele tuin tot moestuin ingericht. Overal groeit wel iets eetbaars. Met hun sokavarka (een pan in pan, in de binnenste kook je appels met suiker, het sap loopt weg in de buitenste pan, de drab blijft achter) hebben ze vorig jaar genoeg appelsap voor twee jaar gemaakt. Valodja, die schuin tegenover ons woont, haalt jaarlijks zoveel groenten en aardappelen uit zijn eigen tuin dat hij het hele jaar niet naar de groenteboer hoeft. Een hele prestatie, want de bosgrond is niet bijzonder vruchtbaar. Maar dat zijn uitzonderingen, de meeste mensen verbouwen het één en ander voor hun plezier of planten slechts wat bloemetjes en struiken voor de sier.

Jaren geleden was ik op bezoek bij een duizelingwekkend rijk echtpaar, dat een villa had laten bouwen in de buurt van de Finse golf. Alles wat op tafel stond was afkomstig uit de Finse supermarkt, behalve de komkommers, die haalden ze uit de tuin. Die zijn toch het lekkerst merkte de gastvrouw terecht op. Maar meer nog dan dat is het plukken van een gewas in je tuin een magisch moment, het spitwerk, het onkruid wieden en het water geven dat er aan voorafging ben je dan allang vergeten.

De late ontdekking 18 juni

Tijdens het eindeloos onkruid verwijderen mag ik graag naar muziek luisteren. Vandaag ben ik in een nostalgische bui en ga op zoek naar de drie cassettes die ik een week voordat ik uit Nederland vertrok heb opgenomen. Op die tapes stond een soort uittreksel van mijn platenverzameling: Fisher Z, Talking Heads, Roxy Music, Meteors, Brood, Chris Isaaks enzovoort, overwegend stammend uit de jaren 70 en 80. Vergeet het maar, samen met de Red Hot Chili Peppers en Abda en Munck blijken ze gestolen. Driftig draai ik aan de knop van de radio en vind een rockstation: DDT, Kino, Semfira en Loebe als doekje voor het bloeden.

21 juni

Half negen, regen. De langste dag. Bewolkte witte nacht. 15 Augustus 2001 ben ik op het vliegtuig gestapt. Ik heb vaak omgekeken, maar ik ben er sindsdien niet meer geweest. Ik heb twee fouten gemaakt: ik had meer boeken en mijn encyclopedie mee moeten nemen uit Nederland.

Om de komst van de zomer te vieren zullen we vandaag sjasliek roosteren op het houtvuur, maar vanwege het gure weer dineren we in de keuken, dat hoort eigenlijk niet. Wel raken we zo aardig wat sprokkel hout kwijt dat achter in de tuin ligt te rotten.

Even heen en weer 22 juni

Natasha heeft haar lesboeken in ons appartement in de stad laten liggen. Morgen geeft ze privé-les ergens in het centrum van de stad, het scheelt haar een hoop tijd als ze niet eerst naar huis hoeft, maar direct door kan reizen. Ik opper dat ik vandaag de boeken wel even op kan halen, ik heb wel zin in een ritje naar de stad. Om één uur verlaat ik de datsja en neem de binnendoorroute over de modderpaden.

Het mooiste transportmiddel is de marsroutska, het maxibusje met een record aantal zitplaatsen, soms wel dertien. Hij rijdt een vaste route, maar je kan in- en uitstappen waar je maar wilt. Het enige waar je op moet letten is dat je niet op de zitplaats achter de chauffeur plaatsneemt, want volgens een ongeschreven wet ben je dan vrijwillig kaartjes verkoper. Je geeft de muntjes en het papiergeld door aan de chauffeur en die drukt jou weer het wisselgeld in handen. Als er net vijf mensen ingestapt zijn kan dat een behoorlijk ingewikkeld karweitje worden. Opvallend is dat iedereen netjes altijd betaalt. Slechts een keer heb ik gezien dat twee schoolmeisjes piepten, de chauffeur had het door, maar hij zei er niets van, ze waren tenslotte maar twee haltes meegereisd.

Ik bevind me in wagon EP2 13.11, toen ik bij de gemeente werkte zat ik in Europoint gebouw 2, 11e etage, in kamer 35, afgekort EP 2 13.35. Ik probeer me te herinneren of er ook een kamer 11 op de verdieping was en of ik daar ooit geweest ben. Het moet haast wel. Elke keer als ik er aan terugdenk voel ik weer de opluchting dat ik dat kantoorpand niet meer hoef te betreden.

De route met de trein kan ik zo langzamerhand dromen, maar ik geniet er altijd weer van en ontdek steeds weer iets nieuws.