Nadat Hans wat al te grondig een stukje tuin heeft omgeploegd, in plaats van een opgehoogd bed is er een loopgraaf achtergebleven, werpt hij zich op een nieuw project: hij gaat een hut bouwen. De gezonde boslucht heeft hem zichtbaar geïnspireerd tot grotere daden dan tuinieren. Hij verdwijnt in de gereedschapschuur en komt gewapend met een hamer, een zaag en grote spijkers terug. Even later begint hij, tot groot enthousiasme van Kolja, allerlei planken uit de houtvooraad te trekken. Nog maar net weet ik enkele vloerplaten te redden. Vol overgave gaat hij aan het werk en roept na enige tijd uit: 'zo'n vader gun je toch een zoon'. Na een halve dag timmeren en zagen heeft hij een zeer ingewikkeld kraaiennest met ophaalladder gefabriceerd. Kolja klimt in het Vikingschip en haalt de brug op, zie zo, nu heeft hij geen last meer van zijn ouders.