Het Ultimatum

Nog een paar een uur te gaan en dan breekt er weer een verschrikkelijke en volstrekt idiote oorlog uit. Om tien 's ochtends is het op geldwisselplek op de hoek van de rotonde veel drukker dan gewoonlijk. Veel mensen wisselen gauw hun dollars in. Sinds het ultimatum gesteld werd is de waarde van de dollar direct met 60 kopeken gedaald, de euro is nog erger gekelderd. Er heerst een koortsachtige spanning. Morgen, wanneer het ultimatum afloopt, komt de echte klap pas vertelt de wisselaar.

Ik loop verder naar de markt. Heel veel kraampjes zijn nog niet open en er posten veel meer agenten dan gewoonlijk. In de tweede rij kiosken word ik aangesproken door de militsi: 'documenten a.u.b'. Ik haal mijn verblijfsvergunning te voorschijn, hij bekijkt mijn pas zorgvuldig en vraagt me waar ik vandaan kom. Na mijn antwoord geeft hij het document terug en salueert.

Na mijn bezoek op de markt, kuier ik een stukje over de Moskovski Prospekt en word wederom aangehouden. 'Dat is al de tweede keer vandaag', vertel ik de agenten, 'terwijl de afgelopen zes maanden niemand om mijn documenten heeft gevraagd'. 'Dat is weinig, het zal je vandaag zeker nog een paar overkomen, dit is een voorzorgsmaatregelen tegen terrorisme'. 'Waar kom je vandaan?' 'Uit Nederland', antwoord ik wetende dat ik dan mag doorlopen. 'Ha, Narcotica', klinkt het een beetje treiterig. 'Woon je in Moskovski rayon, we gaan het controleren'? De beide agenten lopen met mijn verblijfsvergunning weg. Er zit niets anders op dan ze te volgen. Al lopende raken we in gesprek, de agenten willen weten wat ik hier doe. Ik vertel over de stedenband die Petersburg en Rotterdam sinds 1984 hebben en dat ik hier als contactpersoon voor Rotterdam zit. Deze feiten maken kennelijk indruk, want vlak voordat we bij de politieauto komen, krijg ik mijn spullen weer in mijn handen gedrukt. 'Ladna' (laat maar zitten) zegt de agent vriendelijk. Pas dan dringt het tot me door dat mijn kleding: een smerige spijkerbroek, afgetrapte schoenen en een zwarte pet, de militsi uitnodigt om naar mijn papieren te informeren.

's Avonds vindt de zakenliedenreceptie van het Nederlands Consulaat plaats. Voor ik de metrohal betreed, neem ik mijn hoofddeksel af en knoop mijn jas open, zodat mijn colbert en 'dienst Stedenbouw en volkshuisvestingsdas' duidelijk zichtbaar zijn. Geen enkele agent schenkt enige aandacht aan mij.