Vliegen

Het vliegtuig van Vienna Air van Schiphol naar Sint Petersburg zat op 3 november 1992 vol. Jan-Kees en ik waren beiden op weg naar onze vriendinnen. Het gangpad was compleet geblokkeerd door de grote hoeveelheden handbagage. Russen vertrouwen hun eigen douane niet. Ik zat ongemakkelijk met mijn benen op mijn grote grijze sporttas met koffie, vruchtenthee, salami, kaas, chocola en snoep. Ernaast stond ook nog een klein rugzakje met een grote fles Hertog Jan. Mijn blauwe trekkersrugzak met wat kleren en nog meer voedsel had ik bij het inchecken afgegeven. Van Frank had ik 'Een zwervend bestaan' van Bob den Uyl voor de moeilijke momenten meegekregen.

Het was onbevolkt. Ik zag de bedrijfsterreinen en de spoorlijnen ten zuiden van Petersburg liggen. Nederland ziet er heel netjes uit van boven, allemaal goed geordende egaal gekleurde rechthoekjes. Ik werd getroffen door de lelijkheid van de gebouwen. Ik voelde de angst voor het onbekende. Ook de landingsbaan zag er niet al te gepolijst uit. De douanebeambte bij de paspoortcontrole keek me heel doordringend aan en sloeg een paar stempels in mijn visum, verder gebeurde er niets. Het duurde erg lang voor de bagage kwam. Daarna kon ik eindelijk doorlopen naar Natasha. Ik herkende haar niet direct, omdat ze een wintersportjas en een haarband droeg. Een mooie binnenkomer, vervolgens kon ik geen zinnig woord uitbrengen.

Het was aardedonker, 'waar is nou Rusland?', vroeg ik me af. Het liep inmiddels tegen zevenen. Onhandig manoeuvreerde ik me met mijn rugzak bus 11 binnen. Het kwam mij op een fikse duw van een dame op middelbare leeftijd te staan. Na enkele haltes stapten we weer uit. De sneeuw was half gesmolten, met moeite volgde ik Natasha door de modder. Ik voelde me hulpeloos en volledig overgeleverd aan haar. Ik zag de contouren van de betonnen flats verschijnen, sommige balkons waren dichtgemaakt om wat ruimte te krijgen. Wat een deprimerende lelijkheid. De toegangsdeur van het flat viel als in de gevangenis met een dreun achter ons dicht. We propten ons in het kleine liftje en gingen naar de tweede verdieping. Daar moest Natasha nog drie deuren van slot draaien alvorens we het tweekamerappartement konden binnentreden. 'Hoe kan je hier leven?', dacht ik en stapte een nieuwe wereld binnen.